Schacht Nulland is een rijksmonument en één van de weinige tastbare herinneringen aan het rijke mijnverleden van Kerkrade.
De originele lift, mijnfiets, persluchtlocomotief, brandbluswagen anno 1923, kolenwagens, personentrein en allerlei voorwerpen en foto’s uit de mijntijd zijn hier te bewonderen. Tevens zijn er films te zien over het historie van de mijnen.
Schacht Nulland is een oude schacht van de Domaniale Mijn. In 1965 viel het doek voor steenkolenwinning in Nederland. Nog geen vier jaar later ging de poort van de Domaniale Mijn voorgoed dicht. Dit betekende het einde van een bedrijf waar in de topjaren zo’n 3.400 mensen werkten. De honderden meter diepe schachten werden afgesloten met een betonnen prop, waarna alle bovengrondse gebouwen met de grond gelijk werden gemaakt. In Kerkrade bleef allen Schacht Nulland bestaan. Inmiddels is het gebouw eigendom van de gemeente Kerkrade. De Koempels van de Domaniale hebben dit mijnmonument ingericht als expositie. Vol passie vertellen zij hier hun persoonlijk verhaal over het werk ondergronds. Schacht Nulland ligt aan de Domaniale Mijnstraat 30 te Kerkrade.
Schacht Nulland behoorde tot de voormalige Domaniale mijn in Kerkrade. De 349 meter diepe ventilatieschacht werd in 1907 aangelegd door de Aken-Maastrichtsche Spoorweg-Maatschappij, de toenmalige exploitant van de Domaniale Mijn. Het was de vierde schacht in het concessiegebied van de kolenmijn, naast de Willemschacht, de Neulanderschacht en de luchtschacht op Beerenbosch. Het kostte de schachtbouwers veel moeite om de 40 meter dikke deklaag te doorboren, maar toen ze daar eenmaal doorheen waren verliep de rest van de werkzaamheden vlot. Binnen een jaar werd de 60 meter verdieping bereikt en in 1909 zat men al op 150 meter. In 1913 werd vanuit de 200 meter verdieping opgebroken naar de 150 meter verdieping, en daarna vanaf de 200 meter verdieping verder afgediept tot de 260 meter verdieping die in 1921 werd bereikt.
In eerste instantie deed Nulland alleen dienst als intrekkende luchtschacht. Omdat de schachtbuis voldoende natuurlijke trek bezat voor de ventilatie van het hele Westveld, was het bovengrondse deel niet meer dan een ca. 25 meter hoge schoorsteen met parterreverdieping, opgetrokken uit bepleisterde veldbrandsteen die ter plaatse werd gebakken.
In 1919 besloot de Domaniale Mijn schacht Nulland te gaan gebruiken voor het vervoer van materialen en personeel dat in het Westveld werkzaam was. De schacht kreeg een ophaalmachine en op het terrein werden een badlokaal, lampisterie en een opzichterslokaal aangelegd. Vanaf dat moment nam de nieuwe schacht de taken van de oude Neulanderschacht helemaal over. In 1921 kwamen de oorspronkelijke plannen om van de schacht een echte productieschacht te maken tot uitvoering. De toren werd verhoogd en voorzien van schoorbogen om de trekkrachten van de ophaalmachine op te vangen. Er kwam ook een losvloer met laadinrichting, kortom het werd een echte schachtbok. Het ontwerp van het karakteristieke gebouw was van de hand van technisch directeur Wilhelm Husmann. Vervoer van mijnwerkers had daadwerkelijk plaats van november 1921 tot juni 1927.
Toen het gebouw eenmaal in bedrijf was, waren de plannen al weer veranderd. De nieuwe directie had besloten om op het terrein aan de Kerkraadse Nieuwstraat een nieuwe productieschacht aan te leggen, in combinatie met een wasserij/zeverij en een briketfabriek (Willem II).
Uiteindelijk werd schacht Nulland dus geen productieschacht, maar ze bleef wel dienst doen voor materiaalvervoer en de uittrekking van lucht. Vanaf 1951 diende Nulland uitsluitend nog voor de aanvoer van verse lucht en was Beerenbosch II de enige uittrekkende schacht in het ondergrondse ventilatiesysteem van de Domaniale Mijn. Het ketelhuis op Nulland was al in 1949 gesloopt.
Om de nieuw aangekochte concessie Prick te kunnen beluchten werd de schacht in 1966 verder afgediept tot 347 meter, waar men een steenhelling ontmoette. Het werk ondervond veel tegenslag door de grote watertoevloed. Achteraf beschouwd was het niet zo’n zinvolle investering, want drie jaar later sloot de Domaniale Mijn voorgoed haar poorten.
In het Land van Rode rond Kerkrade werd sinds de middeleeuwen steenkool gedolven in het dal van het riviertje de Worms. De abdij van Kloosterrade werd het centrum van de steenkoolwinning. Hieruit ontstonden dertien mijnzetels.
De Domaniale mijn in Kerkrade was in productie van 1815 tot 1969. De mijn beschikte over zes schachten. De Nullandschacht is de enige zichtbare herinnering aan de Domaniale mijn.
De abt van Kloosterrade stelde technisch onderlegde mensen aan waardoor de kolenproductie toenam in de tweede helft van de achttiende eeuw. De mijn overstroomde bijna dagelijks maar door gebruik te maken van pompen, bleef de mijn droog. In 1794 werd het gebied bezet door de troepen van Napoleon. Er kwam een einde aan de macht van de abdij. De Fransen nationaliseerden de mijnen van de abdij, ze werden “Mines Domaniales” genoemd. In 1814 trokken de Franse troepen zich terug en werden de mijnen eigendom van het Nederlandse Koninkrijk. In 1845 stelde koning Willem II voor om de mijnen in pacht te geven aan de Aken-Maastrichtsche Spoorweg Maatschappij (AMSM). Tot circa 1880 was de steenkool van de Domaniale mijn bestemd voor lokaal gebruik en de spoorwegmaatschappij zelf. In 1881 kreeg de mijn ruimte voor ontplooiing en nieuwe investeringen door een wijziging in de pachtovereenkomst met de Staat. Dit zorgde voor een explosieve stijging van de productie die tot ver in de jaren dertig van de twintigste eeuw voortduurde. De Eerste Wereldoorlog ging niet onopgemerkt voorbij. De Duitse arbeiders werden opgeroepen om te dienen in het leger en alle wegen die uitkwamen op de Nieuwstraat, de grens met Duitsland, werden versperd. Hierdoor was de hoofdingang van de mijn lange tijd onbereikbaar. De productie werd op peil gehouden, soms zelf verhoogd, door het aantrekken van buitenlandse werknemers. In 1925 werd de naam Akens-Maastrichtsche Spoorwegmaatschappij veranderd in Domaniale Mijn Maatschappij NV, dit bleef tot de jaren zestig. Rond 1930 werkten bijna 3400 arbeiders bij de Domaniale mijn en was de jaarlijkse productie circa 1.000.000 ton. De mijn beschikte over zes schachten: Willem I, Willem II, de Buizenschacht, Beerenbosch I en II en de schacht Nulland.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de mijn overgenomen door de Duitsers. Op zaterdag en zondag moesten de mijnwerkers werken en de steenkool was bedoeld voor de Duitse troepen en de Duitse oorlogsindustrie. Als verzet meldden veel mijnwerkers zich ziek, dit zorgde voor zware tegenmaatregelen door de Duitsers. Op 30 oktober 1944 hervatte de mijn de productie, maar door het ontbreken van de primaire middelen bleef de productie laag. Vanaf juni 1945 kwam de mijn onder beheer van de Nederlandse Staat. Begin jaren vijftig was Limburg een welvarende streek en ging het goed met de mijnindustrie. Door tekorten aan arbeiders werden buitenlanders geworven om te werken in de mijn. Begin jaren zestig ging het slechter met de Domaniale Mijn. Door ongunstige geologische omstandigheden en een falend technisch beleid was de productiviteit laag. De mijn draaide met verlies. In 1966 kocht de Nederlandse regering een meerderheid van de aandelen. Vrijdag 29 augustus 1969 verliet de laatste wagen met Domaniale-antraciet de mijn.
Om veiligheidsredenen werden de mijnschachten afgesloten met een betonnen kleefprop van 630 m3. Alle mijnschachten werden vernield maar schacht Nulland werd gespaard en kreeg in 1974 de status van mijnmonument. Na een restauratie heeft de schacht bijzondere bewoners gekend. In 1985 betrok de kunstenaar Rob Thalen de schachttoren. Hij gebruikte het als atelier en expositieruimte. Vanaf 2006 is het een dependance van het museum Continium. De gemeente Kerkrade, het Continium en de Kerkraadse mijnwerkersvereniging ‘Koempels van de Domaniaal’ hebben de handen ineen geslagen om het gebouw te benutten voor het houden van bijeenkomsten en het geven van rondleidingen over het mijnverleden
Bronnen:
- Jac van den Boogard. Onder de rook van de mijn. Het leven van de mijnwerker in Zuid-Limburg.
- Bert Breij. De mijnen gingen open, de mijnen gingen dicht.
- http://www.demijnen.nl/mijnen/mijn/domaniale-mijn
Historische Informatie Schacht Nulland